Het gras bij de buren

Van: Lilian Eggens, adviseur strategisch professionaliseren bij Terra

15-11-2023

'Het gras bij de buren'
Wat zou je liever willen? Een baan waarbij je 2000 euro per maand verdient? Of een baan waarbij je 5000 euro verdient? Voor de meeste mensen niet een heel moeilijke vraag...

Nu stel ik je precies dezelfde vraag nog een keer, maar dan met een beetje meer context. Wat zou je liever willen:

a) een baan waarin jij 2
.000 euro per maand verdient en al jouw collega's 1.000?
b) een baan waarin jij 5.000 euro per maand verdient en al jouw collega's 10.000?  

Ik zal het eerlijk toegeven, de eerste keer dat ik deze vraag las dacht ik bij mezelf 'wat een smerige rotvraag is dat zeg?!'. Uit datzelfde onderzoek* kwam er nog één. Wat zou je liever willen:

a) heel erg aantrekkelijk zijn en omgeven worden door mensen die nog aantrekkelijker zijn?
b) redelijk aantrekkelijk zijn en omgeven worden door mensen die minder aantrekkelijk zijn? 

Driekwart
van de mensen gaf bij de laatste vraag aan de voorkeur te hebben voor optie b. Liever per saldo iets minder aantrekkelijk dus, maar wel aantrekkelijker dan de rest. Driekwart!

In de wetenschap wordt dit fenomeen
sociale vergelijking genoemd. De Sociale Vergelijkings Theorie is als eerste uitgedacht en opgeschreven door Festinger, in 1954. Sociale vergelijking houdt dus in dat mensen zichzelf beoordelen of evalueren in vergelijking met anderen. Dit kan betrekking hebben op inkomen en uiterlijk, maar ook op prestaties, eigendommen of in welke kringen je je begeeft. Eigenlijk kan alles wat iemand belangrijk vindt een onderwerp zijn van sociale vergelijking

Je ziet dit fenomeen ook regelmatig terug
in de klas: dat iets niet lukt is al vervelend genoeg, maar dat het alle anderen wel lukt geeft nog een extra vervelend gevoel. Als eerste klaar zijn is fijn omdat je sneller bent dan de rest en niet alleen omdat je snel klaar bent. Het gevoel dat je 'domme' vragen stelt komt vaak ook voort uit de vergelijking met anderen: snappen die het dan echt allemaal wél?

D
e uitkomst van die vergelijking doet iets met de stemming en emotie van mensen, maar niet zo rechtlijnig als soms wel eens beweerd wordt. Dat de ander meer heeft hoeft er niet automatisch voor te zorgen dat jij je minderwaardig voelt, en dat de ander minder heeft hoeft er niet per sé voor te zorgen dat je je superieur voelt. Het ligt wat ingewikkelder dan dat...

Het hangt er namelijk maar net van af wat je doet met de vergelijking die je maakt: 
 

  • allereerst is er de vergelijkingsrichting: je kunt ervoor kiezen om jezelf opwaarts of neerwaarts te vergelijken. Bij opwaartse vergelijking kies je iemand die beter af is, bij neerwaartse vergelijking kies je iemand die minder goed af is.  
  • daarnaast heb je nog de vergelijkingsfocus: de keuze of je jezelf identificeert of contrasteert met de ander. Identificatie wil zeggen dat je op zoek gaat naar mogelijke gelijkenissen, contrast wil zeggen dat je op zoek gaat naar het verschil. 

Een voorbeeld: als je graag schaatst kun je jezelf opwaarts vergelijken met Jutta Leerdam. Dan ga ik er dus wel even van uit dat je niet beter schaatst dan zij ;-). Hoe je jezelf voelt na de vergelijking hangt er dan natuurlijk wel vanaf of je haar ziet als grote inspiratiebron (dat wil ik ook kunnen/zo goed wil ik ook worden! – identificatie dus) of als onbereikbaar doel (ik wordt nóóit zo goed als zij contrast dus). 

Of stel je eens voor dat je echt heel ziek bent
. Er is onderzoek gedaan naar sociale vergelijking bij borstkankerpatiënten, maar ook onder mensen met depressie. Opwaartse vergelijking is dan naar iemand die gezonder is, en neerwaartse vergelijking naar iemand die zieker is dan jij bent. Denk je dan bij iemand die zieker is 'OMG straks word ik ook zo ziek!' (identificatie) of 'gelukkig dat ik niet net zo ziek ben als hij, het had nog veel erger gekund!' (contrast)? Want dat maakt nogal uit natuurlijk! Het kon minder, zeggen we dan op z'n Gronings en dat kan twee dingen betekenen. 
 

Sociale vergelijking speelt uiteraard ook een rol in leerprocessen. Neem bijvoorbeeld aandacht voor talentontwikkeling in de klas.
Het kan heel inspirerend zijn om in een groepje te zitten met iemand die zijn/haar talent al heel ver ontwikkeld heeft (opwaartse identificatie) maar voor sommige mensen gaat er meer een intimiderende of ontmoedigende werking van uit (opwaarts contrast). Wat de motivatie dan weer niet ten goede komt

Kortom, leren en presteren
worden beïnvloed door de sociale omgeving van onze leerlingen, studenten en cursisten. Je bent zichtbaar voor anderen, en anderen zijn zichtbaar voor jou. Iedereen houdt iedereen in de gaten. Dat doet iets met jou, en dat doet iets met de anderen. Weten dat dit zo is en hoe dit soort processen werken is vaak al het halve werk, voor jou als docent/trainer en voor iedereen die aan het leren is!
  

Meer weten?

Solnick, S. J., & Hemenway, D. (1998). Is more always better?
A survey on positional concerns. Journal of Economic Behavior & Organization, 37(3). Link:
Is more always better?: A survey on positional concerns - ScienceDirect 


Smith, R. H. (2000). Assimilative and contrastive emotional reactions to upward and downward social comparisons. In J. Suls & L. Wheeler (Eds.), Handbook of social comparison: Theory and research (pp. 173–200). Kluwer Academic Publishers. Link:
https://psychology.as.uky.edu/sites/default/files/Smith2000.pdf