Een olifant eet je...

Van: Lilian Eggens, adviseur strategisch professionaliseren bij Terra

31-10-2023

'Een olifant eet je...' 

Ooit was er een moment dat ik leerde autorijden. Drie pedalen, een versnellingspook met zes versnellingen, drie spiegels, een dashboard vol lampjes en getallen en symbolen, twee hendeltjes aan het stuur met tig functies. 'Draai eerst de sleutel maar eens om' zei mijn instructrice Heleen na een korte uitleg van het één en het ander. Ik herinner me, meer dan 25 jaar na dato, nog goed dat ik dacht 'welke kant op dan?' 

De spreekwoordelijke happen van de olifant die je tijdens het leren naar binnen werkt worden ook wel chunks genoemd. Een chunk is een eenheid van informatie of een kleine deelhandeling. Zo is bijvoorbeeld het intrappen van de koppeling een chunk, maar weten dat je daarvoor je linkervoet en het linkerpedaal moet gebruiken ook. Zowel kennis als vaardigheden bestaan dus uit chunks. 
 

Voor de meesten van ons is autorijden inmiddels een kwestie van starten en wegrijden. Je hoeft niet meer na te denken over al die kleine handelingen die je daarvoor moet verrichten. Je doet je gordel om zonder erbij na te denken. Lampen aan op de automatische piloot. De eerste versnelling weet je te vinden zonder te kijken. Waar het koppelingspunt zit weten je voeten van zichzelf lijkt het. Alle losse chunks die samen autorijden maken heb je gaandeweg samengevoegd tot je onbewust bekwaam chauffeur was.
 

Het opbouwen van kennis en vaardigheden gebeurt dus door het leren van kleine chunks en die vervolgens samenvoegen tot grotere chunks. Wie net als ik nog min of meer verplicht op dansles is geweest zal het zich wellicht herinneren: je leert drie passen, daarna leer je nog drie passen, en daarna doe je alle zes de passen achter elkaar. Om vervolgens nog drie passen te leren en die te koppelen aan de eerste zes. En uiteindelijk dans je die wals. 

Mijn vorige blog ging over de cognitive load theory (CLT), oftewel over de rol die de verwerkingscapaciteit van het werkgeheugen speelt bij leerprocessen. Het zijn de chunks van kennis of vaardigheden die je werkgeheugen moet verwerken, en waar dus een maximale capaciteit aan zit. 

Je kunt het een beetje vergelijken met het drinken van bier. Alcoholvrij uiteraard. Het maakt niet uit of je een glas, een pint of een fust bier aan je lippen zet. Wat er door je keel kan, kan er door je keel. Wel minder, maar niet meer. Je kunt als docent dus nog zo veel informatie en geestige afbeeldingen op je PowerPoint zetten, of nog zo gedetailleerd instructies geven, wat er daarvan geleerd wordt hangt af van de verwerkingscapaciteit van de ontvanger. 
 

Nou is het gelukkig wel zo dat de chunks die iemand kan verwerken groter worden naarmate de expertise toeneemt. De analogie van het nemen van een slok gaat dus niet helemaal op. Als ik nu zou willen leren schaken bijvoorbeeld dan is de status en positie van elk schaakstuk een chunk die ik moet verwerken en onthouden. Een schaakgrootmeester ziet de gehele opstelling op het schaakbord in 1 oogopslag. 
 

De Schema Theorie van Frederic Bartlett beschrijft hoe de verwerking van chunks evolueert met toenemende expertise. Volgens Bartlett ontwikkelen en verfijnen mensen schema's - mentale structuren die ons helpen om informatie te organiseren en te interpreteren. Wanneer een leerling of student iets nieuws leert, vormen ze een nieuw schema of passen ze een bestaand schema aan. 
 

Een beginner in schaken – ik dus - heeft een heel eenvoudig schema voor de regels van het spel, maar een expert heeft complexe schema's die strategieën en patronen omvatten. Naarmate de expertise toeneemt, worden deze schema's rijker en gevarieerder, waardoor iemand in staat is om grotere en meer gecompliceerde informatiechunks effectief te verwerken en toe te passen. 
 

Wat betekent dit nou voor de manier waarop we een training of les geven? Als een leerling of student iets nog niet snapt of iets nog niet kan kunnen er twee dingen aan de hand zijn:

1. Je chunks zijn te groot
 

Een chunck die nog niet in het schema past is als een olifant die te groot is voor het bord. Eric Mazur, een hoogleraar natuurkunde aan Harvard, schijnt ooit gezegd te hebben: ik weet al 30 jaar hoe het zit, dus ik kan het allang niet meer uitleggen. Vaak is het voor een expert bijna niet meer voor te stellen is welke chunks er nodig zijn om mee te beginnen. Dan moet je dus actief op zoek naar de kleinere chunks die voor jou wel, maar voor de ander nog niet vanzelfsprekend zijn. Welke kant je een autosleutel op moet draaien bijvoorbeeld.
 

2. Er zijn te veel chunks tegelijk. 
 

Je kunt als rij-instructeur tijdens de eerste les een half uur naast de auto tot in het kleinste detail staan uitleggen hoe autorijden werkt en wat je daarvoor allemaal moet doen, maar er is niemand die verwacht dat een leerling vervolgens instapt en succesvol wegrijdt. Het grootste deel van de uitleg is allang vergeten en moet opnieuw herhaald worden. 
 

Kortom, een leerling die het niet bij kan benen heeft behoefte aan kleinere of minder chunks. Maar de andere kant op werkt het ook: wil je iemand meer uitdaging bieden dan kun je de chunks groter maken of meer chunks aanbieden. En daarmee is chunken dus ook een manier om te differentiëren in je klas!